Wat als we de zeven vinkjes de zeven kruisjes zouden noemen?
Ongemak. Dat is hoe het boek ‘De Zeven Vinkjes’ van Joris Luyendijk is samen te vatten. Dat ongemak zag ik in kranten, op social media en op TV. Want afgelopen week kon ik niet om de vinkjes heen.
Sommige mensen met veel vinkjes voelden zich ongemakkelijk maar vooral niet aangesproken. Anderen, vaak met minder vinkjes, vonden het ongemakkelijk dat juist een witte hoogopgeleide, gevestigde schrijver zoveel aandacht opeiste. Precies waar het boek om gaat.
Voor wie het heeft gemist: de zeven vinkjes staan voor eigenschappen van ‘mannen zoals Joris Luyendijk’: hoogopgeleid, uit een welgesteld Nederlands gezin, man, wit en hetero. Geen van de ideeën in het boek zijn origineel, maar omdat het nu door iemand zoals hij is geschreven krijgt het veel aandacht. Niet alleen omdat hij een witte gevestigde schrijver is, maar ik denk ook door de slim gekozen titel, en daarmee het concept van zijn boek: een lijst met vinkjes.
De meeste mensen hebben geen idee wat intersectionaliteit betekent, maar zeven vinkjes snapt iedereen. Je zou bijna zeggen dat Luyendijk iets aan onze taal heeft toegevoegd. Met de titel nam hij niet alleen een taalbeslissing, maar ook een ontwerpbeslissing. Hij heeft praten over ongelijkheid een stuk ‘gebruiksvriendelijker’ gemaakt.
Want iedereen heeft een beeld bij ‘vinkjes’. Het is meestal iets positiefs. De checkmark-emoji is dan ook groen. Op de kaft van Luyendijks boek zijn de vinkjes zelfs in glimmend goud gedrukt. Dit zijn ze trouwens:
✅ Minstens één hoogopgeleide en/of welgestelde ouder
✅ Minstens één in Nederland geboren ouder
✅ Man
✅ Hetero
✅ Wit
✅ Gymnasium of vwo
✅ Universiteit
Bij dit lijstje denk je: hoe meer vinkjes, hoe beter. En als ‘beter’ betekent: hoe groter je kans om een invloedrijke persoon te worden in ons land, dan is dat ook zo. De top van Nederland bestaat grotendeels uit mensen met zes of zeven vinkjes.
Maar wat nou als we de vinkjes zouden vervangen door kruisjes? Dan ziet het lijstje er zo uit:
❌ Minstens één hoogopgeleide en/of welgestelde ouder
❌ Minstens één in Nederland geboren ouder
❌ Man
❌ Hetero
❌ Wit
❌ Gymnasium of vwo
❌ Universiteit
Een heel ander lijstje, niet? Nu bekijken we de eigenschappen van een andere kant. Hoe meer kruisjes je hebt, hoe minder representatief je bent voor de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Want slechts 3% van de Nederlanders heeft zeven kruisjes. En toch zijn zij het die de meeste macht hebben. Zijn mensen met zeven kruisjes wel de beste personen om alle belangrijke beslissingen in ons land te nemen?
Ook ik voelde ongemak toen ik het boek afgelopen week las. Eerder zag ik mezelf niet als ‘een man zoals Joris Luyendijk’. Ik kom niet uit een typisch Nederlands nest, zie er niet typisch Nederlands uit en heb geen typisch Nederlandse naam. Toch tel ik bij mezelf maar liefst zes vinkjes. Of zes kruisjes. Dit boek is dus ook aan mij gericht. Iemand aan wie het boek zeker niet gericht is, Sylvana Simons, zei vandaag in het programma Buitenhof:
‘Mannen zoals Joris Luyendijk missen een belangrijk vermogen: het vermogen om gewoon iets aan te nemen dat ze zelf niet hebben ervaren’
Joris Luyendijk zat tegenover haar en knikte instemmend. Nu vraag ik me af: kunnen mannen met zeven kruisjes dit vermogen wel ontwikkelen? Of moeten ze plaatsmaken voor mensen met andere kruisjes? Ik vind dat nog niet zo’n makkelijke vraag.
Hoe het ook zij, zou het niet mooi zijn als de machthebbers in dit land (of het nou in de politiek of in het bedrijfsleven is), niet zélf de ervaringen hoeven te hebben van de mensen die ze dienen, om echte verandering teweeg te brengen? Zover zijn we nog lang niet. Anders hadden we nooit een toeslagenschandaal of een woningcrisis gehad.
Daarom is ongemak iets positiefs. En als het nodig is dat er nog veel meer ongemak plaatsvindt bij mensen zoals Joris Luyendijk, dan verwelkom ik dat. Wie weet verandert er dan wat. En hoeven we het niet meer over vinkjes en kruisjes te hebben.